“In de elementen- en winden-serie, Eufraat en Tigris en Glimlachende vierkanten wordt
op een fabelachtige manier techniekbeheersing uitgebuit.
Door gebruik te maken van krimpgarens vindt een meta-morphose van het vierkant geweven
doek plaats.
Er ontstaan monumentale weefsels, soms onderverdeeld in driehoeken, die zich in vrije
vormen als vlinders op de wand vlijen. Het werk schijnt hier lichtvoetiger en losser
te worden en krijgt zelfs iets elegants.”
(Herman Scholten)